Toelating 737 MAX benadrukt noodzaak betrokkenheid piloten bij trainingseisen nieuwe vliegtuigen
Vandaag heeft de Europese luchtvaartautoriteit EASA bekendgemaakt dat de Boeing 737 MAX na bijna twee jaar weer is toegelaten in het Europese luchtruim. De Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) is positief over heringebruikname van het vliegtuigtype. Het werk dat door de autoriteiten en de fabrikant gedaan is, alsook de betrokkenheid van de internationale pilotenverenigingen bij het ontwikkelen van trainingseisen en ontwerp, is daarbij van groot belang geweest. Deze betrokkenheid dient voor de toekomst ook geborgd te worden.
Vliegveiligheid moet altijd op één staan
Bij de ontwikkeling van de 737 MAX is er structureel onvoldoende oog geweest voor de gevolgen van de economische druk op de veiligheid bij (her)certificatie van vliegtuigen. Zo is het spanningsveld tussen het streven naar lagere kosten in de luchtvaart en het belang van goede training en informatievoorziening voor piloten (over updates en innovaties) te lang genegeerd.
Bij het ontwerp en de (door)ontwikkeling van een vliegtuig mogen commerciële afwegingen nooit de overhand krijgen boven de zorgvuldigheid van het ontwerp- en testproces en de veiligheid van het toestel. In het geval van de 737 MAX lijkt de fabrikant de regelgevers bovendien actief te hebben aangezet tot het accepteren van een eenvoudige cursus voor de piloten waarbij er geen verder gebruik van 'dure' simulatortraining nodig zou zijn. In het belang van de vliegveiligheid moeten deze praktijken voortaan voorkomen worden.
Verankering expertise piloten bij opstellen trainingseisen
De VNV pleit voor een structurele betrokkenheid van de internationale pilotenorganisaties bij de trainingseisen als onderdeel van toelating door EASA van updates en nieuwe type vliegtuigen. Afwijkende afspraken tussen fabrikanten en luchtvaartmaatschappijen die ten koste gaan van de veiligheid zijn niet acceptabel.