Nederlandse piloten niet naar huis door falend VGB-beleid
De NRC heeft aandacht besteed aan de onterechte weigeringen van VGB’s aan Nederlandse piloten die na meer dan vier jaar in buitenlandse dienst weer naar Nederland willen. Dit artikel is illustratief voor het falende VGB-beleid, waardoor je als Nederlandse piloot in Turkse dienst wel Nederlandse toeristen van en naar Schiphol mag vliegen, maar dat niet op een Nederlands vliegtuig mag doen omdat je geen Verklaring Geen Bezwaar (VGB) krijgt. De Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) pleit voor een beter veiligheidsonderzoek door de AIVD zelf zodat het niet afhankelijk is van buitenlandse inlichtingendiensten.
Nu wordt feitelijk een beroepsverbod opgelegd, alleen omdat een piloot meer dan vier jaar in een land heeft gewerkt waar de AIVD geen samenwerkingsrelatie mee heeft. Dat is oneerlijk en disproportioneel. Het is bovendien een wassen neus, zo stelt voorzitter Willem Schmid. “Deze Nederlandse piloten wonen en werken in landen als Indonesië en Turkije en vliegen meerdere keren per jaar op Schiphol. Daar is geen VGB voor nodig. Zodra zij echter na vier jaar vanuit deze landen aan de slag willen als piloot in Nederland, staan zij voor een dichte deur. Daarmee wordt deze staatsburgers terugkeer naar hun land feitelijk ontnomen.” Uit het NRC-artikel blijkt bovendien dat Nederlandse luchtvaartmaatschappijen deze piloten graag in dienst nemen.
De VNV pleit niet voor een lichter regime, maar juist voor een grondig en daarmee effectief VGB-beleid. Schmid: “Vliegveiligheid staat bij piloten altijd op de eerste plek, dus ook als het gaat om een grondig achtergrondonderzoek van mensen actief in de luchtvaart. Het is echter disproportioneel om een beleid te voeren dat feitelijk leidt tot een beroepsverbod, alleen omdat de AIVD geen samenwerkingsverband heeft met het desbetreffende land.”
Daarom roept de VNV de politiek op om:
- Op korte termijn de huidige arbitraire grens van vier jaar op te heffen waarbinnen door de piloot aangedragen informatie – zoals bonnetjes, vliegroosters, werkgeversverklaringen, uitdraaien van politierapporten – nog wel wordt geaccepteerd door de AIVD. Zodat de piloten nu in het buitenland alsnog in aanmerking komen voor een VGB.
- Een ruimere inspanningsverplichting voor de AIVD in te voeren, zodat de AIVD ook bij ontbreken van een samenwerkingsrelatie met de buitenlandse inlichtingendienst zelf een veiligheidsonderzoek moet uitvoeren naar Nederlandse staatsburgers in het buitenland.
- Voldoende capaciteit te bieden aan de AIVD om voorlichting op vliegscholen te verbeteren én om – conform het Verenigd Koninkrijk – haar eigen staatsburgers te kunnen doorlichten zonder afhankelijk te zijn van buitenlandse inlichtingendiensten.
Al langer vraagt de VNV aandacht voor de onterechte beroepsverboden die Nederland oplegt aan Nederlandse vliegers die onder meer ten tijde van de economische crisis in het buitenland zijn gaan werken. Inmiddels hebben zich tientallen piloten bij de VNV gemeld die een sollicitatieprocedure – inclusief veiligheidscontrole – bij Nederlandse vliegtuigmaatschappijen goed hebben doorlopen, maar door weigering van de VGB niet met hun gezin terug naar Nederland kunnen. Een bezwaarschrift tegen het besluit levert niets op, omdat regelgeving te rigide is. Zo wordt een VGB afgegeven op basis van veiligheidsonderzoeken door de AIVD om te waarborgen dat iemand de vertrouwensfunctie veilig kan vervullen. Een VGB is noodzakelijk om als piloot voor een Nederlandse maatschappij werkzaam te zijn. Reden om een VGB te weigeren kan niet alleen vanwege negatieve gegevens of persoonlijk gedrag en omstandigheden, maar ook als er onvoldoende gegevens bekend zijn – bijvoorbeeld wanneer is verbleven in een land waarmee de AIVD geen samenwerkingsrelatie heeft.
VNV-voorzitter Willem Schmid: “Het kan niet zo zijn dat Nederland voor een achtergrondcheck volledig afhankelijk is van de informatie van buitenlandse inlichtingendiensten. Eigen onderzoek waarborgt de veiligheid optimaal en pas wanneer daaruit onregelmatigheden blijken, is weigering van een VGB ook daadwerkelijk gerechtvaardigd.”