Luchtvaart en het klimaatdebat
Net als vele sectoren, wordt de luchtvaart keihard geraakt door de effecten van de coronapandemie. Bedrijven, werknemers en overheid zetten alles op alles om dit cruciale deel van onze infrastructuur in voldoende mate beschikbaar te houden na deze crisis. Het is in die wetenschap frustrerend dat deze inspanning extra groot wordt gemaakt door onevenredig grote duurzaamheidseisen, welke geen rationele grondslag kennen.
Deze week heeft het Kabinet besloten de vliegtaks vanaf 1 januari 2021 in te laten gaan en daarbij vracht en transferpassagiers uit te sluiten. Daarnaast is deze week de rechtszaak van Greenpeace tegen de Staat om gebrek aan voldoende harde klimaateisen in het steunpakket aan KLM gestart. Ook in de diverse Kamerdebatten wordt de luchtvaart veelvuldig getypeerd als de boze wolf en strenge maatregelen geëist. De VNV verbaast zich over het hyperboliseren van de impact van luchtvaart. Daarmee maken deze partijen een karikatuur van wat een serieuze alsook proportionele inspanning zou moeten zijn om de impact van alle soorten transport in te perken.
De VNV onderkent het belang om als luchtvaart en samenleving actief in te zetten op innovaties die de uitstoot verder reduceren, zoals dat al enkele decennia gebeurt. Daarin zien wij voor ons een rol weggelegd in het efficiënter maken van luchtvaart vanuit haar expertise: hoe kan in de operatie op veilige wijze nog efficiënter gevlogen worden. Want bij alle initiatieven om uitstoot te verminderen moet voor vliegers ‘veiligheid’ altijd op één staan.
Tegelijkertijd voelen wij ons verplicht om bij een veelvoud van ongefundeerde meningen, eenzijdige berichtgeving en doorgeschoten beleidsinitiatieven onze kennis ten opzichte van luchtvaart en klimaat naar voren te brengen. Dit om bij te dragen aan goed gefundeerd beleid. Daarmee hopen we dat de voorspoed en welvaart die de luchtvaart ons en andere continenten en volkeren heeft gebracht, niet in gevaar komt door ineffectieve of zelfs schadelijke en opportunistische maatregelen. Gooi, met andere woorden, het kind niet weg met het badwater. In deze nieuwflits gaan wij daar kort op in en lichten wij onze positie toe.
De meningen
De laatste jaren wordt luchtvaart onterecht in het verdomhoekje geplaatst als hét probleem van de wereldwijde CO2-uitstoot. Diverse politici, natuur- en milieuclubs en bepaalde media hebben ‘de luchtvaart’ omarmd als het ‘kwaad’ wat bestreden moet worden. Luchtvaart zou – mede door de verwachte groei – een ongelooflijke bijdrage leveren aan de wereldwijde klimaatproblematiek en zou daarom ingeperkt moeten worden. Vaak om opportunistische redenen wordt de zogenaamde strijd met luchtvaart aangegaan, omdat profileren op dit onderwerp hen kans geeft om te profiteren van de spotlights die op de luchtvaart staan gericht.
De heersende opvatting bij dergelijke groeperingen is dat luchtvaart zo slecht is voor milieu en klimaat dat alle middelen geoorloofd zijn, ook selectief met feiten omgaan of zelfs liegen. Bijvoorbeeld door te stellen dat luchtvaart niet belast wordt en dat luchtvaart een grote bijdrage levert aan de wereldwijde CO2-uitstoot.
De feiten
De luchtvaart heeft als sector daarin een uniek trackrecord. Luchtvaart is een onmisbare schakel van onze transportinfrastructuur geworden, die per jaar miljarden mensen en miljoenen tonnen vracht veilig, snel en efficiënt op de plaats van bestemming brengt en daarbij emplooi gevend aan miljoenen huishoudens. Daarbij is de benodigde infrastructuur en landgebruik gering, en de klimaatbelasting beperkt gebleven. Vanaf de jaren zestig zijn vliegtuigen 80% zuiniger geworden per stoel/kilometer. Cijfers die onvergelijkbaar zijn met andere transportmiddelen.
Voor de (nabije) toekomst worden scherpe doelen gesteld: per jaar 2% efficiëntie-toename, de netto CO2-uitstoot vanaf 2020 gemaximeerd en in 2050 50% reductie ten opzichte van 2005. Nagenoeg geen andere sector heeft voor zichzelf de lat zo hoog gelegd. Om ook aan de ondergrens van de klimaatdoelen van Parijs te voldoen, worden deze doelen in de komende jaren zelfs nog verder aangescherpt.
De luchtvaart draagt volgens IPCC en de World Resources Institute, zoals samengevat door Ourworldindata, slechts 1,9% bij aan de wereldwijde uitstoot. De feitelijke bijdrage van luchtvaart aan de wereldwijde CO2-uitstoot is dus relatief gering, zowel ten opzichte van andere sectoren als ten opzichte van andere middelen van transport. Omdat ICAO verwacht dat het relatieve aandeel van de luchtvaart zal toenemen, ook door de zogenoemde non-CO2-emissies, is evenwel aandacht voor verduurzaming van luchtvaart zeker op zijn plaats. Daar is de gehele luchtvaartsector, ICAO en ook de EU nu ook druk mee bezig, bijvoorbeeld door investeringen voor alternatieve brandstoffen, nieuwe vliegtuigen en verbeteringen in de infrastructuur. De negatieve, disproportionele aandacht die luchtvaart krijgt is dan ook niet gebaseerd op feiten, maar op onjuiste perceptie. Helaas is perceptie vaak leidend in politiek en media en daarmee basis voor overheidsbeleid.
Vaak wordt gewezen op de uitzonderingspositie van luchtvaart, gezien het feit dat luchtvaart niet onder het Parijsakkoord valt en geen belasting wordt geheven op kerosine. De reden waarom luchtvaart niet onder het klimaatakkoord van Parijs valt is juist omdat het ineffectief zou zijn. De brede coalitie van ondertekenende partijen en landen hebben ingezien dat het internationale karakter van de luchtvaart een sector-gerichte aanpak behoeft onder leiding van ICAO (een VN-organisatie), in navolging van UNFCCC-advies en het Kyoto-protocol. Deze ICAO-afspraken zijn wel in lijn met het Parijsakkoord. De roep om luchtvaart te laten vallen onder de Parijsakkoorden is dus invalide.
In de totale luchtvaartketen wordt veel belasting geheven. Kerosine wordt vaak aangehaald als voorbeeld dat er in de luchtvaart geen belasting zou worden betaald. Echter kerosine is een uitzondering met een goede, historische reden. Een politieke, strategische keuze in het belang van bevordering van luchtvaart, vrede en welvaart na het einde van de
Tweede Wereldoorlog. Daar kan je van af stappen, maar doe dat wel mondiaal zoals dat nu ook mondiaal is ontheven.
Voordat daartoe overgaan wordt is evenwel belangrijk om te kijken naar de beweringen dat luchtvaart een uitzonderingspositie heeft ten opzichte van andere sectoren.
De uitstoot van luchtvaart wordt namelijk wel degelijk belast. Denk aan het Europese emissiehandelssysteem ETS, het recent ingevoerde wereldwijde CO2 reductie- en offsetting systeem CORSIA, en aan lokale passagiersheffingen, zoals die binnen de EU bestaan. En voor andere transportmiddelen, zoals de trein, geldt bijvoorbeeld dat de infrastructuur voor rekening van de overheden komt waar de luchtvaart die kosten zelf draagt. Er is dus geen sprake van uitzonderingsposities van luchtvaart ten opzichte van de trein; hoogstens van verschillende manieren van bijdragen.
En dus…
De VNV is voorstander van slimme en veilige internationaal geharmoniseerde initiatieven en maatregelen, door de sector of vanuit overheden gezamenlijk en internationaal. Die moeten tot doel hebben luchtvaart te faciliteren om nog sneller schoner te vliegen. ‘Slim’ betekent ook in balans met de impact die andere sectoren hebben op CO2 en in balans met andere delen in de wereld. En ‘veilig’ omdat het streven naar efficiënter vliegen nooit mag leiden tot een lagere veiligheidsstandaard.
De VNV zet haar expertise op dit onderwerp in. Dat doen wij door politici te informeren, door vanuit onze koepelorganisaties standpunten te formuleren om luchtvaart op veilige wijze nog efficiënter en schoner te maken. En door de positieve kanten van luchtvaart voor mens, samenleving en economie telkens te belichten. Dat doen we niet alleen, dat doen we met een flexibele coalitie van luchtvaartpartijen en experts.