Aanbevelingen OVV-rapport over conflictgebieden grotendeels in lijn met eerdere oproep VNV
De VNV heeft kennisgenomen van het vandaag verschenen rapport van de Onderzoekraad voor Veiligheid (OVV) over vliegroutes rondom conflictgebieden. Daarin stelt de OVV dat besluitvorming sneller zou moeten plaatsvinden en pleit onder andere voor een grotere rol van de Staat om ook te kunnen adviseren en als ultimum remedium een vliegverbod voor Nederlandse operators in buitenlands luchtruim te kunnen opleggen.
De VNV en de OVV hebben dezelfde missie: de veiligheid van burgerluchtvaart bevorderen. De werkwijze en samenwerking die na de MH17-ramp in Nederland ontwikkeld is, is daar wat de VNV betreft illustratief voor. Vliegveiligheid vraagt wel een continue inspanning en ambitie om niet alleen het bestaande niveau te waarborgen, maar ook om dit naar een nog hoger niveau te brengen. VNV-voorzitter Willem Schmid: “Daarom is een doorzettingsmacht bij de overheid noodzakelijk, om in uitzonderlijke gevallen een luchtruim voor Nederlandse operators te kunnen sluiten. Het is dan wel cruciaal dat er duidelijke afspraken zijn over de rollen en grenzen van die doorzettingsmacht. Je wilt dat dergelijke besluiten alleen door inlichtingen- en luchtvaartexperts op basis van een risicobeoordeling worden gemaakt.”
De Raad doet ook een aanbeveling aan de Nederlandse overheid om een adviesrol op zich te nemen. In dat kader vindt de VNV het van belang dat nationale inlichtingendiensten actief op zoek gaan naar dreigingsinformatie voor de burgerluchtvaart en daartoe ook voldoende toegerust worden. Volgens de VNV zouden de wettelijke taken van de diensten en de capaciteit bij de inlichtingendiensten uitgebreid moeten worden om deze adviserende taak voor burgerluchtvaart goed uit te kunnen voeren. Het Verenigd Koninkrijk is een voorbeeld van een land waar de overheid actief op zoek gaat naar dreigingsinformatie en als beleid het voorzorgsbeginsel toepast. VNV-voorzitter Willem Schmid: “Samengevat is het voordeel van borging van de wettelijke taak dat zowel de capaciteit van de diensten als de kwaliteit van de informatie ook in de toekomst beter geborgd zijn. Zolang deze taak niet structureel geborgd is, is actieve informatievergaring en daarvoor beschikbare capaciteit geen vaststaand gegeven. ”
Bij informatievergaring voor risicobeoordeling kan internationale samenwerking een meerwaarde zijn. Hoewel de VNV de aanbevelingen voor meer Europese samenwerking begrijpt, waakt de VNV voor een volledige verschuiving van inlichtingeninspanningen en besluitvorming naar Europa. VNV-voorzitter Schmid: “Het internationaal delen van dreigingsinformatie is waardevol, maar daar moeten we ons ook niet op blindstaren. Inlichtingenverwerving is in beginsel een precaire activiteit en dat kan een valide reden zijn om bepaalde informatie niet met andere landen te delen. Investeer daarom primair in nationale inlichtingenverwerving en -deling.”