De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft 13 oktober jongstleden haar resultaten naar de ramp met vlucht MH17 bekend gemaakt. Hierin trekt de Onderzoeksraad stellige conclusies en geeft zij aanbevelingen aan ICAO en aan de luchtvaartmaatschappijen. “Zo stellig als de conclusies zijn, zo algemeen zijn de aanbevelingen, waarbij de verantwoordelijkheid voor het vergaren van informatie teveel en te gemakkelijk in de schoenen van de luchtvaartmaatschappijen wordt geschoven”, zegt VNV-voorzitter Steven Verhagen.

Luchtvaartmaatschappijen krijgen enerzijds een haalplicht over de gevaren en risico’s bij de overheden en anderzijds een brengplicht naar haar klanten over de gekozen vliegroutes. “We vinden dat de overheid een grotere rol dient in te nemen als het gaat om het verzamelen en delen van informatie die relevant is bij het vliegen over conflictgebieden”, zegt Verhagen. “Geef de gezagvoerder de informatie die nodig is. We missen nu de aanbeveling dat de overheid een actievere taak zou moeten krijgen bij het vergaren van informatie. Er moet een brengplicht komen voor de overheid en niet alleen een haalplicht voor de maatschappijen, welke zich vervolgens vertaalt naar een goede risico- en dreigingsanalyse. Een taakstelling in plaats van een vrijblijvende rol.”

Rol overheid

Volgens Verhagen is de overvliegende burgerluchtvaart een ondergeschoven kindje als het gaat om te nemen veiligheidsmaatregelen vanuit de overheid. Nederlands geregistreerde vliegtuigen zijn Nederlands grondgebied. Daarvoor is de overheid verantwoordelijk. Verhagen: “We begrijpen ook wel dat er niet voldoende budget beschikbaar is om in elk weiland een spion te plaatsen, maar de overheid valt meer verantwoordelijkheid ten deel.”